De relatieve rust in Noord-Syrië lijkt om te slaan in nieuw oorlogsgeweld. Enkele uren na een telefoontje tussen de Amerikaanse president Trump en de Turkse president Erdogan begonnen Amerikaanse troepen zich vanochtend terug te trekken uit het gebied.
Het maakt de weg vrij voor een Turkse aanval op de Koerden.
En het werpt nieuwe vragen op over de toekomst van de duizenden (Europese) gevangen van Islamitische Staat die er in kampen en cellen zitten.
Noord-Syrië is officieel onderdeel van Syrië, maar in de praktijk maken de Koerden er de dienst uit. Zij verjoegen er de afgelopen jaren terreurorganisatie Islamitische Staat (IS), met hulp van de VS en andere westerse landen.
De Koerden zijn ook de baas in de detentiekampen en gevangenissen waar tienduizenden lokale en Europese IS-jihadisten vastzitten.
De Amerikanen hebben een aantal militaire posten in het gebied en zouden met nog zo’n 150 militairen aanwezig zijn. Ze helpen bij het onderdrukken van IS, dat nog steeds actief is in het gebied, en vormden een buffer tussen de Koerden en het Turkse ….