De populariteit van de Amerikaanse president Donald Trump komt exact overeen met die van de voormalige president Barack Obama aan het eind van zijn eerste ambtsjaar. Uit de door Rasmussen Reports uitgevoerde peiling bleek dat 46% van de geënquêteerden achter de prestatie van de Amerikaanse president Trump staat, terwijl 53% dit niet doet.
Dat zijn exact dezelfde percentages die de voormalige Amerikaanse president Barack Obama op 31 december 2009 aan het einde van zijn eerste ambtsjaar had gekregen. 46% stond op dat moment achter de prestatie van Obama, terwijl 53% dit niet deed.
Het grote verschil tussen Trump en Obama is echter de bijna ononderbroken negatieve mediaberichtgeving over Trump. De vooringenomenheid van de media tegenover Trump werd in een onderzoek gedocumenteerd, dat in oktober door het Pew Research Center werd gepubliceerd.
Berichtgeving over Trump het meest negatief
Uit een analyse van meer dan 3000 mediaberichten tijdens de eerste 100 dagen van Donald Trump´s presidentschap in 24 verschillende mediaorganisaties bleek dat de berichtgeving over Trump in vergelijking met andere presidenten in de afgelopen 25 jaar het meest negatief is.
De studie toont aan dat slechts 5% van de mediaberichtgeving in die periode positief was. 62% van de mediaberichten was negatief en 33% negatief noch positief.
In vergelijking met de berichtgeving over ex-president Obama in dezelfde periode was 42% positief en 205 negatief. De berichtgeving over de voormalige Amerikaanse president George W. bush was 22% positief en 28% negatief en die over Bill clinton 27% positief en 28% negatief:
“De beoordelingen over president Trump waren veel negatiever en minder positief dan die over zijn voorgangers”, schreef het Pew Research Center.
Onbewezen beschuldigingen
Verder kwam het tot onbewezen beschuldigingen, die hoogstwaarschijnlijk eveneens effect gehad hebben op zijn populariteit. Men zegt dat Trump een deal zou hebben gesloten met de Russische regering om de verkiezingen te winnen. Ondanks onderzoeken naar de beschuldigingen kon tot nu toe geen enkel bewijs voor een samenwerking worden gevonden.
Wat echter wel is gebleken, is dat het dossier, waarin deze beweringen tegen Trump voor het eerst opdoken, door de Clinton-campagne en het Democratic National Committee werden betaald.
De firma achter het dossier, Fusion GPS, had de voormalige Britse spion Christopher Steele en zijn Britse firma Orbis Business Intelligence opdracht gegeven het bericht over Trump op te stellen.
Het als geclassificeerd gekenmerkte bericht van 35 pagina´s steunt bijna uitsluitend op aan het Kremlin gebonden bronnen. Daartoe behoren een hoge ambtenaar van het Kremlin, een hoge ambtenaar op het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken en een voormalige hoge officier bij de Russische inlichtingendienst, die nog altijd actief is in het Kremlin.
De professor in de rechten Ronald Rychlak, een vooraanstaand Russisch deskundige, zei dat het Trump-dossier alle kenmerken zou bezitten van een klassieke Russische desinformatiecampagne:
“Het lijkt bij de krankzinnige ideeën te passen die afkomstig zijn uit het hogere niveau van de Russische regering”, zei Rychlak in een eerder interview.
Rechtbankdocumenten uit Groot-Brittannië, waar Steele en zijn firma op dit moment wegens belastering worden aangeklaagd door een Russische zakenman die in het bericht wordt genoemd, tonen aan dat de voormalige spion journalisten heeft geïnformeerd over de inhoud van het dossier.
De advocaat van Steele zei volgens rechtbankdocumenten dat Steele opdracht kreeg van Fusion GPS om verslaggevers van de “New York Times”, de “Washington Post”, de “New Yorker”, “CNN” en “Yahoo News” over de inhoud van het dossier te informeren. De briefings werden persoonlijk en mondeling gedaan.
Rechtbankdocumenten die door het “House Permanent Select Committee on Inteligence” werden ingediend, toonden aan dat Fusion GPS betalingen aan journalisten had verricht die thema´s over rusland behandelden.