Een verbod op het onverdoofd ritueel slachten van dieren druist in tegen de vrijheid van godsdienst en zou daarom niet moeten worden ingevoerd. Dat zegt de Raad van State over een nieuwe poging van de Partij voor de Dieren om onverdoofd slachten aan banden te leggen.
Vandaag stuurt fractievoorzitter Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren opnieuw een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer om onverdoofd slachten te verbieden.
In 2012 probeerde Thieme dat ook al, maar toen strandde het verbod in de Eerste Kamer na massaal protest van joodse en islamitische organisaties.
In een advies van de Raad van State, dat vandaag openbaar wordt gemaakt, staat dat een verbod ‘een te vergaande aantasting van de vrijheid van godsdienst met zich brengt’. Sommige joden en moslims willen, vanwege hun geloof, dat dieren voor de slacht niet worden verdoofd.
Het verbieden van de rituele slacht druist volgens de Raad in tegen de mensenrechten.
,,Binnen de maatschappij leeft een breed gedragen en groeiende verontwaardiging over dit extra leed.’’
De Raad van State zegt het ‘belang van bescherming van dierenwelzijn’ te onderschrijven, maar geeft aan dat dit niet opweegt tegen de vrijheid van godsdienst.